Olivier Panis, voormalig F1-coureur, heeft teruggeblikt op de periode dat hij in dienst was bij McLaren als testrijder. Destijds was het team nog in handen van Ron Dennis en Panis weet nog goed hoe die eerste ontmoetingen verliepen in 2000.
De inmiddels 52-jarige Fransman stapte destijds in bij McLaren ter ondersteuning van Mika Hakkinen en David Coulthard. Op een gegeven moment werd het duidelijk dat zijn teambaas een nogal eigenaardige omgangsvorm had met zijn personeel. In de aanloop naar Melbourne kwam hij in aanraking met een levendige en relaxte teambaas, maar vlak voor de allereerste race, en met name naast het circuit, bleef daar nagenoeg niets van over.
“Ik was in het hotel”, begon Panis. “De telefoon ging.” Ron Dennis nodigde zijn kersverse coureur uit om samen met de rest te eten. “’Iedereen komt, kom met ons!’, opperde Ron. Het was uiteindelijk heel gezellig en er werd heel veel gelachen”, beredeneerde de Fransman tegenover Motorsport-Total.
De volgende dag verscheen iedereen weer op het circuit om de voorbereidingen te treffen. Panis begroette de beste man, maar er kwam geen woord uit: “Ik kom donderdagmorgen aan bij het circuit en ontmoet Ron voor de eerste keer als de baas van McLaren. ‘Hoi Ron!’, zei ik. Hij reageerde niet eens. Een gesloten houding en de rest van de dag kwam er geen woord uit”, vervolgde de Fransman.
Panis vreesde dat hij de avond ervoor iets verkeerds gezegd had en Ron niet meer met hem wou spreken… “Avond, 20.00 uur. De telefoon gaat weer: ‘Kom je weer eten met ons Olivier?’ Weer een en al gezelligheid, maar weinig woorden over de werkdag zelf. Vandaag praatte hij niet eens met mij en nu weer dit. Ik kon het niet begrijpen”, reflecteerde de Fransman.
Na doorvragen vooraf aan het volgende diner samen, kreeg de testcoureur een verklaring. Want tijdens uren bij de baan zelf; daar kon Ron logischerwijs moeilijk tijd voor maken: “Ron, ik weet niet hoe jullie Engelsen dat doen… Als ik iemand mag als persoon, dan laat ik dat niet alleen in de avond, maar ook overdags blijken”, waarop Ron Dennis antwoordde: “Okay, laten we dit afspreken. Als ik op het circuit ben, dan ben ik de baas van McLaren. Ik moet autoriteit uitstralen en koeltjes overkomen.”
Panis bleef echter aandringen. Beide heren werden het uiteindelijk eens: Ron gedroeg zich nog gewoon als de baas overdags, maar groette op zijn minst z’n coureur met een knik of knipoog.