De verwachting is dat de teams komend seizoen elkaar dichter zullen naderen dan zij de afgelopen zes jaar hebben gedaan. Voor teams die het afgelopen jaar een moeilijk seizoen doormaakten, biedt het dus de kans om met kleine verbeteringen toch een grote stap voorwaarts te maken. Er zijn drie teams waarvan je dit op basis van hun geschiedenis en statuur mag verwachten.
In eerste instantie zou je daarbij misschien denken aan Renault. Een fabrieksteam dat in 2018 nog vierde werd en in 2019 de grootste moeite had om het kleine Toro Rosso achter zich te houden. De realiteit is echter dat hun budget niet zo waanzinnig veel groter is dan dat van de teams om hen heen en Alain Prost heeft in de winterstop aangegeven dat het misschien verstandig zou zijn om daarvan een groot deel voor 2021 te bewaren. Dan blijven er een paar teams over waarvan je wel een grote stap voorwaarts zou mogen verwachten.
Het voormalige Force India werd in 2016 en 2017 nog vierde in het kampioenschap en zou dat in 2018 waarschijnlijk opnieuw geworden zijn, ware het niet dat het team in grote financiële problemen kwam en gered moest worden.
Hun voorbereiding voor 2019 onder de naam Racing Point was dan ook verre van ideaal en vooral in de eerste helft van het seizoen had het team daar last van. Met de financiële injectie van Lawrence Stroll heeft het team zich voor 2020 echter weer op een normale manier kunnen voorbereiden en zouden daarom ook weer hun oude niveau moeten halen.
Bij dit team is een vooruitgang minder goed te voorspellen. De slechte prestaties van 2019 kwamen immers ook uit de lucht vallen. Er is echter één ding dat erg in het voordeel spreekt van Haas en dat is het niveau dat Ferrari vorig jaar haalde.
Ongeacht de legaliteit van hun brandstoftoevoer had Ferrari een groot deel van het seizoen de beschikking over de snelste auto van het veld en door de nauwe samenwerking met Haas, zullen veel onderdelen van 2019 dit jaar op de wagen van Haas terug te vinden zijn.
Voormalig Williams-engineer Rob Smedley waarschuwde deze winter nog voor de gedachte dat het nooit slechter kan gaan voor het team van Williams. Je moet haast wel geloven dat het in dit geval écht niet slechter kan dan afgelopen seizoen. Niet alleen omdat het team in 2019 de bodem lijkt te hebben bereikt, maar ook door de steun die het heeft gevonden.
Williams is weliswaar de persoonlijke sponsor van Robert Kubica kwijtgeraakt en ook Unilever is niet meer van de partij, maar daarvoor in de plaats hebben zich twee miljardairs gemeld die allebei een persoonlijk belang bij succes van het team hebben.
In de eerste plaats gaat het om de vader van tweede rijder Nicholas Latifi en in de tweede plaats om de miljardair Sylvan Adams, die reserverijder Roy Nissany ondersteund. Zowel Latifi als Nissany lijken geen kans te maken om bij een ander team in te stappen en dus kun je ervan uitgaan dat zij hun investering willen laten gelden. Met George Russell hebben ze dan een coureur in huis die hierin het voortouw kan nemen.