Voor Andy Cowell, CEO en sinds dit seizoen de teambaas van Aston Martin F1 Team, vormt dit jaar niet het eerste waarin hij samenwerkt met Fernando Alonso. Al in 2007 kwamen beiden op elkaars pad, al zal de Spaanse coureur dat toen nauwelijks hebben geweten, lacht Cowell tijdens een exclusief gesprek met GPblog.
Het was 2007, toen Cowell werkte op de motorenafdeling van Mercedes en Alonso uitkwam voor McLaren. Dat team maakte indertijd gebruik van de Mercedes power units. Terugkijkend op die periode, zegt Cowell: “Ik denk dat ik toen veel jonger was en veel lager in de organisatie zat. Ik was de hoofdingenieur van de V8-motor in 2007.”
“De motor was niet geweldig in zijn eerste jaar in 2006, maar het performance team deed het geweldig in de winter van 2007. En Mercedes had in 2007 misschien wel de beste motor. Als je goed werk levert als motor ingenieur, kent niemand je. Als er olie over de hele motor lekt, kent niemand je. Als er olie lekt over de hele vloer, met een drijfstang die over de bestuurder heen hangt; niemand kent je. Dus gelukkig heeft Fernando me dat jaar niet leren kennen!”
Bij Aston Martin heeft Cowell Alonso pas echt leren kennen. “Hij is een bewonderenswaardig persoon”, zegt de Brit. “Kijk naar alle klassen waarin hij succesvol is geweest en waar hij van heeft genoten, en naar zijn competitieve drive en zijn inzicht. Je weet dat hij in elk gesprek wel iets voorstelt.”
“Soms denk je wel eens: ‘Waarom heb ik daar zelf niet aan gedacht?’ Ja, dat kan hij, op een breed spectrum van onderwerpen. Niet alleen wat betreft de afstelling van de auto. Hij levert dus een geweldige bijdrage met zijn ideeën voor performance verbetering en zijn instinctieve competitieve instelling zorgt ervoor dat hij er vandaag de dag echt voor gaat. Die combinatie is dus heel krachtig en enorm motiverend voor iedereen.”
Cowell prijst ook Lance Stroll, de tweede man naast Alonso. “Zijn jeugdigheid, zijn honger, zijn feedback en zijn persoonlijkheid zijn echt heel belangrijk in het team. Hij wil heel graag in een snellere auto rijden. We hebben geluk dat we twee coureurs hebben die goed met elkaar overweg kunnen, die allebei een bijdrage leveren en allebei uitstekende feedback geven. Ja, ik kijk ernaar uit om dat allemaal te zien in een sterkere technische organisatie”, besluit Cowell.
Dit verhaal kan mede tot stand dankzij Tim Kraaij.