Een podium voor excentriekelingen waar het leeuwendeel van de grid met scheve ogen naar keek – Hesketh Racing behoort na pakweg 45 jaar tot de geschiedenisboeken van de Formule 1, maar markeert niettemin één van de kleurrijkste hoofdstukken. In een periode waarin vuurwerk en champagne centraal staat is de timing daar om herinneringen op te halen van een tijd waarin deze gangmakers de rock ’n roll-lifestyle belichaamden!
Zonder James Hunt ‘The Shunt’ géén Hesketh Racing. De inmiddels overleden voormalig wereldkampioen slash Formula 1-playboy van het eerste uur hielp het team aan de eerste en enige overwinning in 1975 op Zandvoort. Dit moment symboliseert ook het keerpunt voor Hunt, die na een logge klim door de opstapklassen – op sommige momenten leek een toekomst in F1 een verre droom – zich toen omdoopte tot een racewinnaar en potentieel wereldkampioen. Terwijl zijn eerdere twee seizoenen in de koningsklasse af en toe toonden dat hij over de snelheid beschikte – Hunt eindigde meerdere keren op het podium, maar werd vooral in 1974 en het eerste deel van ‘75 geplaagd door inconsistentie – markeerde de overwinning halverwege ’75 een omschakeling: De goedlachse Brit klom vervolgens naar de vierde plek in de eindstand met tweemaal een P2 en een handvol puntenfinishes en reed zichzelf in de spotlights bij McLaren, het team waarmee hij in 1976 de wereldtitel won. Het hoofdstuk van Hesketh werd langzaamaan gesloten door geldgebrek, maar die broodnodige resultaten waren een springplank voor de Brit die door zijn rivaliteit met Niki Lauda de sport naar een nieuw level tilde op internationaal niveau.
Zonder de gedeelde droom met Heer Alexander Hesketh, de auto-gekke erfgenaam van een fortuin en de suikeroom van het gelijknamige team, eveneens geen Hunt dus. Hoewel de weldoener jaarlijks groot uitpakte in aanloop naar een nieuw seizoen – de boodschap werd veelvuldig overgoten met een gezonde dosis aan Brits nationalisme en fantasierijke grootspraak, had de flamboyante man nooit de woorden ‘races winnen’ in zijn mond genomen. Mede door de opkomst van de relatief betaalbare Cosworth-motoren en een gunstige economie werd het Hesketh-circus geüpgraded enkele jaren eerder van Formule 2 naar F1. Een sprong in het diepe, tegen de gevestigde orde in. Het team valt gerust in de categorie ‘gelukzoekers’ door die opportunistische overstap. De afkeer richting Hesketh was niet zozeer omdat iedereen in F1 toonaangevend was qua professionalisme, maar meer omdat Hesketh het tegenovergestelde juist herdefinieerde.
Denk aan taferelen waar dronkenschap de norm was en de doorgaans als arrogant afgeschilderde Hunt in volle glorie schitterde. Want de champagne vloeide rijkelijk bij de sideshow waar Hesketh en zijn aanhang voor leefden, de resultaten op de baan waren vaak een bijzaak. Arriveren bij races in Rolls-Royces of met de privéhelikopter: alles ademde status, grenzend aan arrogantie. Een instelling die in opzicht van boekhouden het team de kop gekost heeft, het vertrek van Hunt in 1976 sloot óók de deur naar succes.
Maar toch, degenen die de sport toen al volgden, zullen niet snel de opkomst en ondergang van Hesketh Racing vergeten. Bijvoorbeeld vanwege de sponsorloze livery van het onafhankelijke team óf de kenmerkende helmdragende beer op het logo. En wat de denken van de opdruk op de overalls van Hunt met de tekst: "Sex, the breakfast of champions"? Een ding is zeker: Hunt en Hesketh blijven onlosmakelijk verbonden en zijn een belangrijk onderdeel van de Formule 1-geschiedenis.