James Allison, technisch directeur van Mercedes, heeft toegelicht wanneer het team zich volledig zal richten op 2026 en waarom dat moment zo cruciaal is. Tegelijkertijd wees hij op het sterke punt van McLaren in de huidige F1-competitie.
"Ik denk dat elk team met een beetje gezond verstand nog steeds een groot deel van zijn inspanning in de toekomst steekt", vertelde Allison aan de aanwezige media in de paddock in Bahrein.
"De regels voor 2026 zijn een enorme ommezwaai ten opzichte van de huidige. En deze auto heeft nog maar 21 races te gaan, en dan is het klaar", verklaarde Allison. "Daarom proberen we zoveel mogelijk updates te introduceren in het eerste kwartaal."
Hoewel het team na die periode nog enkele onderdelen kan meebrengen, verschuift de focus nadrukkelijk naar de nieuwe generatie. Toch zit er volgens Allison ook in de huidige auto nog genoeg potentieel: "Misschien volgen er daarna nog wat updates, maar het grootste deel van de focus gaat naar 2026. Gelukkig valt er, zelfs zonder de geometrie van de auto aan te passen, nog flink wat rondetijd te winnen door gewoon te blijven sleutelen aan de afstelling."
In vergelijking met zijn moeilijk te temmen voorgangers is de W16 volgens Allison een stuk werkbaarder. "Het is een redelijk handelbare auto. In elke sessie op elk circuit dit jaar zijn we ongeveer op dezelfde plek geëindigd. Het is nat geweest, droog, koud, warm, ruw asfalt, glad asfalt — we zitten er telkens goed bij."
Die consistentie geeft Mercedes volgens Allison een solide basis voor het seizoen: "Ik denk dat het betekent dat we meer tijd kunnen besteden aan het sneller maken van de auto en minder tijd aan het ons afvragen wat er misgaat."
Toch staat er één duidelijk obstakel tussen Mercedes en een serieuze titelstrijd: McLaren. Waar pakt het team uit Woking volgens Allison de voorsprong?
"Ik denk dat niemand dat echt weet. Als we dat wel wisten, zou het heel makkelijk zijn om het te kopiëren, toch?", lachte de Brit. "Maar je kunt er vrij zeker van zijn dat hun temperaturen aan de achterkant van de auto lager liggen dan bij andere teams. Hun voordeel zie je vooral op circuits waar de limiet bij de achterbanden ligt, en waar de temperatuur van die banden het tempo bepaalt."
Tijdens de tweede vrije training voor de Grand Prix van Bahrein liet McLaren dat ook meteen zien. Oscar Piastri klokte de snelste tijd, gevolgd door teamgenoot Lando Norris. George Russell was op ruime achterstand de eerste achtervolger.