Rob Marshall: Het bescheiden meesterbrein achter McLarens opmars

18:01, 28 apr
Bijgewerkt: 18:46, 28 apr
4 Reacties

Rob Marshall is één van de bepalende krachten achter het huidige succes van McLaren. GPblog sprak exclusief met de Brit, die in het verleden grote successen vierde met Red Bull Racing.

Toen Red Bull Racing in 2023 bekendmaakte dat Rob Marshall het team zou verlaten, deed teambaas Christian Horner daar aanvankelijk schamper over. In het kort: de Brit vond dat er binnen het Oostenrijkse team nog genoeg goede krachten over waren en niet één persoon verantwoordelijk was voor succes. Bovendien hield Marshall zich al tijden niet meer bezig met de dagelijkse gang van zaken binnen het F1-team, zo meldde Horner indertijd.

Met Marshall is McLaren de benchmark geworden

Wellicht voelde Red Bull het afscheid van Marshall niet als een verlies, het was wel een overwinning voor McLaren. Toeval of (waarschijnlijk) niet, sinds Marshall bij McLaren werkzaam is gaat het de Britse equipe meer dan voor de wind. In ongeveer anderhalf jaar tijd is het team van een middenmoter verworden tot de absolute benchmark in de sport.

Niet zo vreemd dat het humeur van Marshall opperbest is, als hij aanschuift bij GPblog. Voor wie er eventueel aan twijfelde: “Ik geniet van elke dag van mijn baan, zelfs de slechte dagen zijn goed”, zegt de Chief Designer over zijn werk. “Het is de creatieve uitdaging. Het gaat erom dat je met een probleem kunt zitten en je er dan een weg uit kan schetsen, verschillende ideeën kan bedenken. Sommige goed, sommige slecht, en je kan proberen te achterhalen welke goed zijn en welke slecht. En dan met mensen praten over wat ze denken dat we beter kunnen doen en wat slechter kan doen.”

Marshall is een bevlogen man, bezeten van zijn werk dat zich veelal buiten de spotlights afspeelt. Niemand ziet hoe de Brit dag na dag probeert dusdanig inventieve oplossingen te bedenken dat McLaren qua performance stappen voorwaarts maakt.

“Ontwerpen is een heel fluïde proces”, legt Marshall uit. “Je hebt een idee; je wordt 's ochtends wakker en denkt: 'Oh ja, dat moet ik doen'. Sterker nog, ik lag gisteravond wakker en dacht: 'Oh wacht eens, er is iets wat we moeten doen. Ik moet het opschrijven'. Ik heb al een paar e-mails gestuurd met de vraag: 'Kun je hier even naar kijken?'”

Rob Marshall (rechts)
Rob Marshall (rechts)

Marshall per toeval in de autosport

Bij Red Bull was Marshall als Chief Designer mede verantwoordelijk voor de successen in het Vettel-tijdperk, zoals hij momenteel McLaren aan een nieuwe glorieperiode helpt. Gezien zijn achtergrond opvallend, want na zijn studie werkte hij allereerst in de vliegtuigindustrie.

“Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in autosport; auto's, maar ook vliegtuigen en alles wat met techniek te maken heeft. Dus ik werkte in de lucht- en ruimtevaartindustrie, wat fantastisch was. Ik vond het geweldig. Ik heb drie jaar bij Rolls-Royce in Bristol gewerkt. Dat was fantastisch, maar als je in een heel groot bedrijf werkt, zie je enorme ruimtes vol ontwerpers die als mieren in een doolhof verspreid zitten. Je voelde je als een heel klein onderdeel van de machine.”

Marshall besloot verder te kijken, toen hij onder andere merkte dat collega’s meer betaald kregen, simpelweg omdat ze ouder waren. Vervolgens kwam de Formule 1 op zijn pad. “Formule 1 betaalde aanzienlijk beter, dus ik dacht: 'Wacht even. Ik ga het proberen'. Dus ja, dat deed ik.”

“In eerste instantie pakte dat niet zo goed uit. Ik zag in '98 een advertentie voor een autosportteam dat iemand zocht. Ik solliciteerde, werd uitgenodigd voor een gesprek, maar kreeg het niet. Dat was bij Ferrari. Ik kreeg een gesprek met Ross Brawn, een aardige kerel, ontmoette hem, had een goed gesprek, maar kreeg de baan niet.”

Maar Brawn had wel een boodschap bij de afwijzing: “Hij zei: 'Je hebt de baan net niet gekregen'. Dus ik dacht: 'Als ik de baan net niet heb, stuur ik nog wat brieven de deur uit'. Dus ik schreef nog een paar brieven, kreeg nog twee gesprekken en ik had een baan. Zo makkelijk ging het.”

Een enorme uitdaging bij McLaren?

Via Benetton kwam Marshall bij Red Bull en inmiddels McLaren terecht. Toen hij bij het team van Lando Norris en Oscar Piastri kwam, stond het er niet best voor. “Dus ik dacht: 'Nou, het wordt een enorme klus als ik daar begin.' En daarna zag ik ze de volgende negen maanden aan het werk en dacht: ‘Dit wordt steeds makkelijker. Dit wordt steeds makkelijker’.”

“Er zijn wat interne veranderingen geweest, waar ik toen nog niet echt van op de hoogte was, maar die waren goed en duidelijk. Het waren niet alleen andere namen, maar ook een verandering van mentaliteit. Fundamentele veranderingen; over wat onze visie in de autosport gaat zijn, hoe we voor onze mensen gaan zorgen, hoe we de juiste antwoorden gaan halen bij de juiste mensen binnen de organisatie, ongeacht hiërarchie of wat dan ook. En ook eerlijk zijn over dingen in het bedrijf die niet top zijn en die verbeterd moeten worden, en die zaken vervolgens ook echt oplossen.”

“Dat hebben ze gedaan, zonder dat het veel gedoe opleverde. Ze hebben dit bedrijf gewoon omgevormd tot iets wat nu een echt prestatiegericht Formule 1-team is, waar iedereen letterlijk volledig achter staat. De sfeer op de ontwerpafdeling is fantastisch en in de hele fabriek is het een gemoedelijke sfeer, met mensen die lachen en glimlachen.”

Lando Norris in actie met zijn McLaren
Lando Norris in actie met zijn McLaren

McLaren de slapende reus

Marshall geeft toe dat het makkelijk praten is als de prestaties uitstekend zijn. Maar dit proces zag hij al eerder ingezet worden. “Ik kwam binnen en dacht: 'Ja!'. Ik heb niet het gevoel gehad dat ik iemand anders hoefde aan te nemen, iedereen daar is volledig geschikt voor het bereiken van ons doel. We hebben uitzonderlijke ontwerpers. Er is geen zwakke schakels op de ontwerpafdeling.”

Over zijn eigen inbreng in de wederopstanding van McLaren is Marshall bescheiden. “Ik denk dat ik wel een bijdrage heb geleverd, ik hoop het. Maar het gaat niet zozeer om individuele bijdragen. Het gaat erom dingen te veranderen en niet om je eigen idee te kiezen, maar om de beste ideeën.”

“Toen ik kwam, zei ik zoiets van: ‘Nou, ik denk niet dat we het daar bijzonder goed in doen, laten we eens iets proberen’. Dan teken je iets en een ander zegt dan: ‘Oh ja, dat is een goed idee, dat lost dat probleem op’. En die zegt dat die weer een ander idee heeft, en ik heb dan van: ‘Oh dat is nog beter’. Het wordt een soort sneeuwbaleffect en voor je het weet heb je iets op de auto aangepast, waar McLaren een jaar eerder nog van dacht dat het prima was en dacht dat het performance bracht.”

“Maar met iets anders op de wagen kom je erachter dat dit juist extra performance brengt, terwijl je je daar niet bewust van was. Dus we voeren de upgrade uit, het levert wat performance op. Maar eigenlijk is het traject van McLarens prestatieverbetering in de afgelopen twee jaar vrij lineair. Ik denk niet dat er een plotselinge verandering is sinds ik ben gekomen. Allesbehalve. Het is gewoon die kant op gegaan. Het ging de goede kant op. Ik heb het in elk geval niet laten crashen, waar ik blij om ben!”, lacht Marshall.

Dit interview kwam mede tot stand dankzij Tim Kraaij

MEER OVER